Open water zwemmen

Open water zwemmen is de tak van wedstrijdzwemmen die plaatsvindt in het open water: meren, plassen, kanalen en rivieren. Daarnaast wordt er ook nog in (open) zee gezwommen. De afstanden variëren hierbij van 250 meter tot wel 10 kilometer of meer, afhankelijk van je leeftijd en waar je je voor inschrijft. Er wordt meestal schoolslag of vrije slag gezwommen. Vaak wordt gedacht dat het water heel smerig is en hartstikke koud. Dit valt echter best mee; het is dan wel niet zo warm en schoon als in de Molen Hey, maar nog steeds goed te doen. Je ziet onder water dan wel niet zo heel veel, en een brilletje is eigenlijk een must, maar als je daar eenmaal aan gewend bent, valt het allemaal best mee. De kou valt ook wel mee, je moet er even doorheen, maar als je even aan het zwemmen bent, is het best lekker (zeker als de zon ook nog eens schijnt, dan loop je zelfs kans te verbranden terwijl je zwemt!). Helaas is het niet altijd lekker weer: regen en wind zijn dan factoren die het open water zwemmen soms zwaar maken. Dit is juist ook weer het leuke aan open water zwemmen: een wedstrijd is altijd onvoorspelbaar.

Trainingen:
Op aanvraag bij de coördinator, Sandra Schellekens.

Coördinator open water:
Sandra Schellekens

Nieuws en uitslagen: Zie wedstrijdzwemmen - nieuws


Verschillen tussen zwemmen in een zwembad en open water zwemmen

Het water in zwembaden is helder; dat van open water in Nederland is troebel.
Gevolg is dat je slechts zelden verder kan kijken dan een halve meter. Je zult dus op koers moeten blijven op een andere manier dan naar de rechte lijn op de bodem te kijken. De oplossing licht in het optillen van het hoofd zodat je met je ogen/bril net uit het water komt. Dit kan zo om de 6 tot 12 slagen. Dat het water troebel is betekent niet dat het water vuil is; immers het water MOET voor de wedstrijd gekeurd worden door een erkend laboratorium.

Het water in zwembaden is rustig; dat van open water kan golven hebben.
Met golven kun je leren omgaan door te oefenen. Bij golven kun je de armslag verkorten zodat het slagritme aangepast wordt. Het spelen met de elementen – in dit geval de golfslag - is interessant. Het geeft een goed gevoel om na een zware tocht het finish bord aan te raken.

In zwembaden staat geen wind; in open water heb je daar last van.
Buiten zwemmend kun je inderdaad tegenwind hebben. Door goed je koers te kiezen kun je de "schade" beperkt houden. Zwemmers hebben geleerd dat vlak onder de kant de tegenwind het minste last geeft en in het midden van de baan heb je het meeste profijt van wind mee. Met een goede tactiek heb je er zelfs winst mee.

In zwembaden is het water op constante temperatuur: in open water wisselt het.
In zwembaden is het zelf vaak zo dat de wedstrijden eigenlijk niet door kunnen gaan omdat het te warm is. De KNZB heeft recent nog haar reglementen voor de maximale temperatuur de grens verhoogd. Dat de temperatuur in open water veranderlijk is maakt het spel ook boeiend. De zwembond heeft overigens ook de ondertemperatuur ook gereglementeerd: 16 graden moet nog kunnen voor langer dan 1 km (1 km of minder kan met 15 graden nog doorgaan). De Wereldzwembond (FINA) vindt overigens 14 graden al warm genoeg om de wedstrijden niet af te gelasten.

In zwembaden staat geen stroming; in open water kan dat wel.
Soms kun je gebruik maken van stromingen in het water. Deze zijn minimaal te noemen en hebben geen invloed op de wedstrijden. Een belangrijke uitzondering: Beusichem - Culemborg. Hier staat soms een enorme stroming, waardoor de zwemmer tot bijna twee keer zo hard zwemt. Door slim te koersen kun je meer gebruik maken van de stroming dan anderen.

In zwembaden raak je nooit onderkoeld en in open water kan dat wel.
Je kunt er uiteraard wel wat aan doen om het niet te koud te hebben. Je kunt je insmeren met vaseline, lanoline of met uierzalf.

Je hebt in zwembaden steeds iedere 25 of 50 meter een keerpunt.
In open water kan het zijn dat je helemaal niet keert. Dat is mooi, want dan raak je ook niet uit je ritme. Nadeel is wel dat je niet afzet en snelheid kan maken.

In zwembaden heb je een eigen baan; in open water zwemt iedereen door elkaar.
Bij open water zwemmen start iedereen achter dezelfde denkbeeldige lijn. De starter geeft dan aan wanneer iedereen achter die lijn ligt en dat je kunt vertrekken. In de eerste startlijn kan de start wat chaotisch zijn. Als je daar geen trek in hebt kun je ook op de tweede lijn of opzij gaan liggen.
Een belangrijk voordeel is het achter je voorgangers stayeren. Dit kun je in de training oefenen door vlak achter iemand in de slipstream te gaan liggen. Bij de schoolslagonderdelen is dit tot een ware kunstvorm ontwikkeld: dicht op elkaar zwemmen en in de eindsprint er langs gaan.

In een zwembadwedstrijd merk je meer van de competitie en buiten lijkt het allemaal gemoedelijker.
Dat er in open water ook competitie is mag duidelijk zijn! Je hebt naast je concurrenten om de bekers ook nog de elementen die je moet overwinnen. De sfeer voor en na afloop van je race is prettig doordat iedereen dezelfde weersinvloeden hebben moeten overwinnen, soms met elkaars hulp (om de beurt op kop) soms in je eentje. Dit schept een band met je mede/tegen strijders.

Toelichting open water zwemmen

Een wedstrijddag ziet er als volgt uit:
We verzamelen net als bij andere wedstrijden bij de Molen Hey en vertrekken van daar uit naar de wedstrijd. Later komen kan ook, als je er maar voor zorgt dat je minstens een uur voor je start aanwezig bent en je meldt bij de ploeg, zodat je je cap krijgt. Op het terrein zorg ik dat het inschrijfgeld betaald wordt en dan krijg ik een tas met het programma en de badmutsen (voor diegenen die geen eigen cap hebben, zie hieronder). Op je badmuts staat een nummer, zodat de juryleden kunnen zien wie je bent en zo je tijd kunnen registreren. Als je aan de beurt bent, ga je naar de verzamelplaats waar je met alle andere deelnemers (dit kunnen er 10 zijn, maar soms ook wel 70!) wacht tot je het water in mag. Hier wordt gecontroleerd of iedereen er is. Daarna mag iedereen het water in en nadat het startsein gegeven is, start iedereen tegelijk aan zijn of haar afstand. De verschillende programma's zwemmen apart van elkaar, dus minioren starten niet gelijk met de senioren; schoolslag en vrije slag zwemmen afzonderlijk en meestal starten ook dames en heren niet tegelijkertijd. Als je je afstand gezwommen hebt, krijg je van de organisatie een bekertje bouillon om warm te worden, en vaak ook nog een leuk aandenken. Zo hebben we afgelopen jaar onder andere de volgende dingen gekregen: zaklampjes, pennensets, koeltasjes, opblaasbare tasjes, cd-hoesjes, handdoeken, mokken en nog veel meer. Daarna ga je lekker douchen (meestal zijn er douches op het terrein aanwezig) en daarna lekker warm aankleden. Hierna ga je nog de andere zwemmers aanmoedigen of lekker spelen en dan weer naar huis.
Wat neem je mee: zwemkleding, minstens 2 handdoeken, lekker warme kleren voor na het zwemmen, zonnebrand, iets te eten/drinken en iets om te spelen. Tips voor de ouders: neem een eigen stoeltje of iets dergelijks mee.

Er wordt in Nederland gezwommen in drie categoriën:
- Prestatietochten: afstanden vanaf 250m voor alle categorieën inclusief deelnemers zonder startvergunning.
- Lange afstandzwemmen: afstanden tot en met 10km. In deze categorie is de open water competitie en zijn er Nationale Kampioenschappen.
- Marathonzwemmen: De afstanden boven 10km. Hierbinnen is geen competitie in Nederland, maar er is wel een Nationaal Kampioenschap.

Klassementen:
De wedstrijden in Brabant tellen mee voor de Brabant-beker. Om voor een prijs of herinnering in aanmerking te komen, moet aan minstens 4 van de 6 wedstrijden zijn deelgenomen.
Voor de landelijke klassementen gelden meer eisen, vraag ernaar bij Sandra.

Prestatietochten:
Open water wedstrijden zijn niet alleen leuk voor wedstrijdzwemmers, maar voor de hele familie, want broertjes, zusjes en ouders kunnen altijd meedoen met een speciale prestatietocht. Deze zijn 250, 500 of 1000 meter. Hierbij staat plezier voorop: het uitzwemmen van je afstand is een prestatie op zich die meestal door de organisatie wordt beloond met een medaille of een ander aandenken. Tijd speelt totaal geen rol, dus neem je familie een keer mee!